Misschien noem ik de titel beter "ergens tussen nachtmerrie en werkelijkheid"
Ik vind dromen niet leuk. Ofwel zijn het dromen waarin je dingen verwerkt en die je je de volgende ochtend waarschijnlijk toch niet meer herinnert. Ofwel zijn het hele mooie dromen, maar dus te mooi om waar te zijn. Je staat dan op en bent teleurgesteld omdat de werkelijkheid anders is. Ofwel zijn het nachtmerries, waarvan je huilend ontwaakt. Jawel, na een vieze droom gebeurt het bij mij nog steeds dat ik met natte ogen wakker word. Die komen gelukkig niet veel voor, want in het verleden voorspelde dat type droom niet veel goeds.
Conclusie: ik houd niet van dromen. Of toch niet 's nachts, ik hou heel veel van dagdromen, maar dat is iets gans anders!
Ik ga al voor de tweede maal heel vroeg slapen. Ik sport dezer dagen heel veel en in dit klimaat neemt het veel energie weg. Ik droom...een hele rare droom! Ik zit in de auto, mijn broer aan het stuur, mijn neef voorin, ik achterin met een hond op mijn schoot. We rijden weg van iets onrustbarends, alsof er een ramp staat te gebeuren à la 'einde van de wereld'. Rond de wagen cirkelen ook vliegende wezens, wat vampierachtigen of geesten zouden kunnen zijn. We rijden de wijk in waar mijn ouders wonen. Plots bevind ik me buiten en ren ik door de straten, op zoek naar iets, maar geen idee naar wat eigenlijk. Ik kom wel overal eekhoorns tegen, maar geen gewone eekhoorns, meer stinkdierachtigen, want ze draaien zich allemaal één voor één naar me om en spuiten hun gifgas op me. Ik probeer ze te ontlopen, maar het zijn er best wel veel... Niet veel tijd later hangt er 'iets' vast rond mijn vinger en laat niet los. Het heeft iets scherps want ik voel het lichtjes steken in m'n vinger. Ik gebruik mijn ander hand om het beest van m'n vinger te trekken. Het gaat best wel moeizaam, het dingetje heeft zich goed vastgeklampt. Op moment dat ik die kan loswrikken en van me afgooien, doe ik mijn ogen open en besef ik dat ik die handeling in werkelijkheid ook heb uitgevoerd. Voor mijn ogen, hangend in mijn muskietennet - dat mij trouwens hiertzgen zou moeten beschermen - zie ik lange dikke poten snel bewegen, wellicht om zich vast te klampen aan het net. Met een snelheid dat records zou breken, wrik ik me los uit mijn net, sping ik uit bed, de kamer uit en sta als een gekkin ninjamoves te doen in de keuken. Ik heb mezelf enkel rake klappen gegeven en ben denk ik ook met m'n elleboog ergens tegen gelopen.
Ik had even tijd nodig om te bekomen, heb mezelf moeten vermannen, want hier is niemand anders die me kan helpen. Oh mijn God! Wat ga ik doen als ik in Zuid-Amerika ben? Het angstzweet breekt me nu al uit bij dat gedacht. Ik wil niet weten wat voor beesten daar huizen.
Vliegenmepper in de ene hand, de bus insecticide in de andere. Oh hemel, waarom moet ik dit doen? Ik wil niet zien wel beest ik op me had, maar ik kan ook nooit meer in die kamer komen, zolang ik niet weet dat het weg is. Overal heb ik op gemept, aan elke bedpoot heb ik piefpaf gespoten, aan mijn deur, achter het nachtkastje. Nergens is die te vinden...
Kan het dat op moment dat je je ogen opent uit een vieze droom, je brein spelletjes met je speelt? Kan het dat wat ik zag er werkelijk niet was en dat het nog een beeld was uit mijn droom, iets waar ik als de dood voor ben? Ik vertrouw mezelf even niet meer. Of wil ik mezelf weer wat wijs maken? Oh ik ben zo moe. Ik wil slapen, want binnen minder dan 6 uurtjes sta ik in de gym BBB-les te geven.
Ik ga mijn ogen toch maar even sluiten.
Groeten uit de zetel,
A. xxx
PS: als er iemand dromen kan analyseren, dan hoor ik graag of dit iets te betekenen heeft. Over water en vloedgolven wil ik het dan ook even hebben.
Labels: Aruba, Life